In het spoor van de Hanze - 2 april 2017
Op 2 april 2017 stond de Hanze centraal.
Het programma
De Hanze was een samenwerkingsverband van handelaren en steden tijdens de middeleeuwen. Op het hoogtepunt bestond het uit een groot aantal steden in Noord- en Oost-Europa, van Londen tot Novgorod. Waar men handel dreef, werd natuurlijk ook muziek gemaakt. Op het programma van dit concert stond muziek van componisten uit deze streken.
Al in de 12e eeuw sloten handelaren tijdelijke samenwerkingsverbanden om samen handelsreizen te maken en noemden zich Hansen, dat wil zeggen, groepen of scharen. In diezelfde tijd trok de ondernemende abdis Hildegard er met haar nonnen op uit om in Bingen een nieuw klooster te stichten. Behalve abdis was ze ook mystica, wetenschapper en een vernieuwend componiste. Uit haar liederenverzameling Symphonia harmoniae caelestium relevationum zongen wij Aer enim volat.
Oswald von Wolkenstein (1377-1445) was een kleurrijk componist, dichter en diplomaat en bovendien een verwoed reiziger die ongetwijfeld menige Hanzestad heeft bezocht. Ach senliches Leiden vertelt over de heimwee naar zijn achtergelaten geliefde.
Van de in 1562 in Deventer geboren Jan Pieterszoon Sweelinck zongen we psalm 102, Seigneur, enten ma requeste en psalm 121, Vers les monts j’ai levé mes yeux, 2 door en door polyfone composities. Tijdgenoot in het oostelijke Hanzegebied was de Poolse componist Mikołaj Zieleński (ca.1550-1615). Hij geldt als de eerste Poolse barokcomponist, maar schreef ook kerkmuziek in renaissancestijl, waaronder het dramatische Vox in Rama over Rachel die treurt om de dood van haar kinderen.
Een belangrijk handelscentrum was Lübeck, tot in de nadagen van de Hanze, aan het einde van de 17e eeuw. In die tijd was Dietrich Buxtehude daar werkzaam. Zijn cantate Alles was ihr tut volgde weer een andere Hanzeroute, want die verscheen in 1668 in een Zweeds manuscript.
Aan het eind van de 20e eeuw werd de Hanze nieuw leven ingeblazen. Tallin (Estland) is een van de steden die zich opnieuw aangesloten heeft, en ook de plaats waar Arvo Pärt zijn muzikale opleiding kreeg. Zijn Da pacem Domine, uit 2004-2006, is een van de moderne werken die we in dit programma gaan zingen. Een vrouwelijke Estse collega van Pärt is Ester Mägi (geboren in 1922). Minder bekend, maar haar Ubi bene, ibi patria, met zijn levendige ritmiek en dynamische contrasten, verdient zonder meer een plek op onze lessenaars. Ook Noorwegen, in de middeleeuwen geliefd bij kooplieden vanwege de stokvis, doet mee in het moderne Hanzeverbond. Van de hedendaagse Noorse componist Ola Gjeilo zongen we 2 kerkelijke liederen: Ubi Caritas en Northern Lights. Dit laatste werk, waarvan de titel verwijst naar het mysterieuze noorderlicht, is geschreven op een tekst uit het Hooglied.
Intermezzi
Karin Volmer, piano, en Nico Lammersen, viool, verzorgden 2 intermezzi. Zij speelden een Sonate van Willem de Fesch, Sonate in A-dur van Georg Philipp Telemann, Albumstücke van Dimitri Sjostakovitsj en Spiegel im Spiegel van Arvo Pärt.